inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 3.480):

DE BRUG

Ik heb het fluitje aan mijn mond gezet.
Mijn vingers overtrippelen de gaten
Buiten mijn tuin ligt de rivier gebed
In maanlicht, en er rijst een brug van jade.

Een brug van jade overspant het licht,
Mollig van schaduw aan haar ene zijde
Een smalle schaduw schuifelt in het licht,
En buigt zich over en staart in het wijde.

Zij staart naar ’t overhangen van een boom,
En hoort een fluiten uit het lover glijden.
Dromerig fluit ik naar de lichte stroom.
Dromerig staart zij, dromen wij dan beiden?

Chineesche gedichten (1933)

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: adm, 2 januari 2019


Geplaatst in de categorie: landschap

3.0 met 14 stemmen aantal keer bekeken 3.036

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)