inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1877 - 1924

poëzie (nr. 829):

Vergeten

Het was 't einde van de dag,
Die was aan het bezwijken -
Ik was alleen en lag
Er stil naar te kijken.

Ik voelde mij moe
En krom van 't lopen,
En dromerig keek ik hoe
De miertjes wegkropen.

Ik voelde mij niet arm, niet rijk,
Maar een kind van de aarde,
En aan haar bloemen gelijk,
Waarover ik heenstaarde.

En zo, zonder vreugde of zucht,
Lag 'k met niets te bemoeien,
Ik keek maar naar de lucht,
Die overal ging bloeien. -

Door die diepe avondkleur
Kwam toen een wagglende wagen,
Hoog met hooi, en vol geur,
En vol zoete vlagen.

En achter dat hooi
Kwam een meisje - zo'n lief wezen, -
Zij was zo mooi - zo mooi
Als een mens maar kan wezen!

Wij zagen naar elkaar,
Verguld van het lichten -
Wij zagen verwonderd naar
Elkanders gezichten. -

Ik bleef nog een wijl,
En zag vóór mij uit, zonder
Te zien - en onderwijl
Ging de zon onder.

Toen rees ik, en ging ik heen
Naar mijn ledige woning,
Ik voelde mij alleen
Zoals een treurige koning.

- - - - - - - - - - - - - - - - -

Toen ik in 't lamplicht
Mijn brood zat te eten,
Dacht ik aan dat gezicht -
Ik was het vergeten!

Eenzame liedjes

Schrijver: C.S. Adama van Scheltema
Inzender: JM, 18 februari 2006


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 3.924

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)