Ouderdom en buitenleven
Het is geen klein vermaak, te zitten met een boekje
Omtrent een groene laan, of in een eenzaam hoekje,
Te lezen enig werk, dat onze ziele sticht,
Of God een offer doen, met enig zoet gedicht.
Dit zou het leven zijn, dat ik me zou verkiezen,
Ik wou mijn eigen zelfs met zo te doen verliezen;
Ja wens alzo te zijn, tot aan mijn leste reis
Om, eer de dood genaakt, te scheiden uit het vleis.
Het is van ouds gemerkt, dat even* dorre luiden*
Nog vinden haar vermaak omtrent de groene kruiden,
Omtrent een keerstig* hout, dat in de velden groeit,
Of in het blij gewas, dat in de tuinen bloeit.
Een akker, niet te groot, naar eis te laten bouwen,
Een hof tot ons gerief te laten onderhouwen,
Een tuin daarin het moes voor onze keuken wast,
Is ja een zoet bedrijf, dat oude lieden past.
----------------------------------------------------
even: zelfs
luiden: lieden
keerstig: sappig
Inzender: adm, 29 juni 2007
Geplaatst in de categorie: tijd