Op het verongelukken van doctor Roscius *
Zijn bruid t’omhelzen in een beemd, bezaaid met rozen,
Of in het zachte dons, is geen bewijs van trouw;
Maar springende in een meer, waar ’t water stremt van kou
En op de lippen vriest, zich te verroekelozen,
Dat ’s van twee uitersten het uiterste gekozen:
Gelijk mijn Roscius, beklemd van druk en rouw,
In d’armen houdt gevat zijn vreugd en waarde vrouw,
En gloeit van liefde, waar ’t al kil is en bevrozen.
Zij zuchtte: ‘och lief, ik zwijm, ik sterf, ik ga te grond’.
Hij sprak: ‘schep moed, mijn troost’, en ving in zijne mond
Haar adem, en haar ziel. Zij hemelde op zijn lippen.
Hij volgt haar bleke schim naar ’t zalig paradijs. -
Vraagt iemand u naar trouw, zo zeg: zij vroos tot ijs,
En smolt aan geest, en hij ging met haar adem glippen.
----------------------------------------------------------
* Doctor Roscius verongelukte bij een tevergeefse poging
om zijn vrouw uit het ijs te redden
op 27 januari 1624.
Inzender: Redactie, 7 juli 2007
Geplaatst in de categorie: rampen