inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1899 - 1940

poëzie (nr. 4.042):

Afscheid II

Ik ga op weg
en laat mijn huis
verdonkren
in het avondrood

- o, ga niet weg,
de nacht is groot.

Ik kan niet blijven
lieveling,
de dood ontbood mij
tot zijn kring;

vergeef mij
dat ik achterlaat
wat ik zozeer
heb liefgehad:

mijn huis, mijn stad,
mijn kleine straat
en u
mijn eigen hart,

ik hoor een lied
een grote stem.

- zijt gij dan niet
van mij?

. . . . . . van hem.

o, vrouw die
eenzaam achterblijft
in het verwaaiend
avondrood

o dood, o stem

de nacht is groot
en sterk de stem
die tussen slaap
en morgenrood
roept uit het
nieuw Jeruzalem.

Tweede periode VIII (1929-1939)

Schrijver: Hendrik Marsman
Inzender: Redactie, 21 oktober 2020


Geplaatst in de categorie: afscheid

3.0 met 22 stemmen aantal keer bekeken 4.692

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)