inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1872 - 1945

poëzie (nr. 3.611):

Klokken in 't avondgrauw

De klokken van ellende en dood, de klokken!
Ze luien over de oude en grijze stede...
De klokken luien!

Hoor, ze brommen hol
in 't bonzend schomlen van de zware klepels,
en breken bronzen klanken, morzlen klanken,
die rollen traag, eentonig traag, en zweven,
en zich ontbindend dof en doffer smelten,
en sterven terendzacht door de ijle ruimte
met al het weifelachtige des avonds...

De klokken luien!...
Heer, heb meêlij met
degenen, die nu liggen op hun doodbed,
bij 't flets geschemer der gewijde kaars;
heb meêlij met degenen, die nu weggaan,
het klamme zweet op 't voorhoofd, glazig de ogen.

De klokken luien, heen en weder slingrend
haar trillend tampen...
Heer, ontvang degenen,
die, 't hart doorknaagd van ontucht en van zonde, verschijnen moeten vóor uw Aangezicht,
en die naar u met angstige handen bidden,
na laatste Sacrament en Heilige Olie.

De klokken luien, luien door de avond!
de klokken, hoog verloren in het duister,
de klokken van ellende en dood,... de klokken!...

Schrijver: August Vermeylen
Inzender: D.H., 4 mei 2019


Geplaatst in de categorie: verdriet

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 1.436

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)