Zomeravond
O zomeravond, smachtend neergevlijd
op 't gele veld, in 't Westen goudgetint...
Teerkreunend ruisen van de avondwind,
die langs de vlakte in zware weemoed glijdt...
O melodie uit lang verleden tijd,
waarvan ik zin noch woorden wedervind...
O rust, o stilte, blauwige avonddoom!
Doorzichtig ligt ge op verre velden neer...
Zo schouwt mijn geest de beelden van weleer
door 't wazig scheemren van een weke droom.
't Verleden rimpelt, onbepaald en loom,
- verzonken stad in 't stilgevallen meer.
Verheerlijkt glinstren! onbereikbre trans!
O vloeiend zilverlicht zo hoog verbreid...
De zwoele nacht doortrilt uw majesteit,
de aarde is een matte weerschijn van uw glans;
zacht om mijn slapen vloeit uw stralenkrans;
mijn zwellend harte vult de onmeetlijkheid.
1892
Gedichten
Schrijver: Prosper van LangendonckInzender: Redactie, 24 juni 2008
Geplaatst in de categorie: jaargetijden