OUD
Verwaaide heesters in een lege tuin.
Klimrozen in de luwte van de muur.
Wat zonnebloemen, spruitend tussen 't puin
Der vorige winter ingestorte schuur.
Het vage pad door hei naar 't lage duin,
Vanwaar ik 's middags op de einder tuur
Over mijn boot, gekanteld, half in 't zand,
Door 't laatste springtij hoog op 't strand getild.
Een meisje gaat, de rokken in de hand,
Als zeilde zij - wat lijkt ze slank, jong, wild -
Boven de golven, raaklings langs de rand
Van 't leven, enkel leunend op de wind.
Ben ik het zelf, die vroeger met een vrouw,
Jeugdig als zij, hier speelde nimf en sater,
En haar in 't doodstil zand, het deinend blauw,
Bezeten heb, bemind en toch verlaten:
Die nu mij hier voel staan, te stram, te grauw,
En deze buit voorbij laat langs het water?
Forum Jaargang 2 (1933)
Schrijver: Jan Jacob SlauerhoffInzender: adm, 10 februari 2019
Geplaatst in de categorie: tijd