inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1899 - 1940

poëzie (nr. 3.494):

Terugkeer uit den Vreemde

Dit gebied is een landstreek des doods
en de middag is grauw als de nacht...
ach, hoe lang heb ik niet gezocht
naar het pad van haar huis, naar haar tuin,
naar het gras dat haar schrede betrad.

zij was de eerste die in de lente des levens
een zomer lang met mij was...
maar zij verliet mij
en zij verried de vluchtige tenten
voor het veilge vijandelijk dak.

ik heb haar vervloekt en veracht,
want zij liet mij zwervende gaan
alleen langs de wegen des levens,
maar naar haar bleef ik hunkren,
in welk bed ik ook lag.

en met het stijgen der jaren
steeg ook de wanhoop en verschraalde de moed;
k had allengs haast geen wens meer
dan nog eenmaal bij haar te zitten, in de gloed

van het haardvuur, desnoods als mijns vijands gast.
want al deze dingen die ik bestreefd en gehad
heb: trots en verwoedheid, en een moed als men zelden bezat,
zij verdwijnen in een onstilbaar verlangen
als de schaduw des doods wast...

en zij wast, ik voel mij langzaam vermoeien,
en de vrees haar noóit meer te zien
trok mij weg uit het zuiden, uit het gloeien
om nog eenmaal haar handen te zien.

en nu is zij dood, zij is dood...
de tuinman die het mij zei,
opziende van zijn schop, wees mij
het pad naar haar graf.

en wat rest mij hier bij haar graf
dan herdenken en bitterheid
dat zij wie haar gaf: vrijheid en namen en dromen
als geen minnaar haar gaf,
ook dit heeft genomen:
bij haar te zijn in haar graf.

Forum. Jaargang 2 (1933)

Schrijver: Hendrik Marsman
Inzender: adm, 24 december 2018


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

3.0 met 14 stemmen aantal keer bekeken 3.493

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)