inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809-1876

poëzie (nr. 4.144):

Winter

Och winter, barre winter,
Wat zijt ge bitter koud!
Ik wou, ik had een gulden,
Dan kocht ik turf en hout.
Een vuurtje zou ik bouwen
Als onze plaat zo groot,
En 'k vroeg mijn arme buurtjes
Op koffie en op brood.

Wat zouden ze dan smullen
In 't hoekje van de haard!
Voor mij wierd 's nachts een plaatsje
En ook wat brood bewaard:
Och had ik maar een gulden....
Maar toen ik Moeder vroeg,
Toen zei ze: ‘Kind! we hebben
Pas voor ons zelv' genoeg.’

Hoor, Jongens! als ik groot ben,
Dan zult ge 'reis wat zien:
Een cent wil ik bewaren
Van wat ik daags verdien;
Dan heb ik een driegulden
Met Nieuwejaar bespaard,
En 'k vraag mijn arme buurtjes
In 't hoekje van mijn haard.

Al de kinderliederen (1861)

Schrijver: J.P. Heije
Inzender: Redactie, 7 februari 2021


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 1.363

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)