inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 3.752):

'k Hoor, hoe met gouden lijst de schilderij

'k Hoor, hoe met gouden lijst de schilderij
onhoorbaar zegt, terwijl ik sta te kijken:
'Ik hang in 't niets, zelf niets dan schijn van eiken,
van weiden en van wolken, zee en hei;

Brahmans gedachte heeft bereikt in mij,
wat in uw werklijkheid hij wou bereiken.
Met kosmisch Zelfgevoel zal 'k u verrijken;
zink door mijn schijn in 't Wezen en word vrij.'

Maar 't panorama - ergernis voor wijding
geeft mij zijn sluwe en spokige misleiding:
't liegt mij de straat op, wrev'lig en beklemd,

waar, diep genot om eerlijkheid verscherpend,
rumoerig klikkend, knallend, klinglend, snerpend,
het leven rent en motort, fietst en tramt.

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: Redactie, 28 november 2019


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 1.850

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)