inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876 - 1948

poëzie (nr. 3.736):

De vulkanen

Als donkere onverganklijkheden
Van stilte, als werelden van rouw
Tussen het uitgestrekte blauw
Des hemels en het land beneden,
Als onweerstaanbaren, die tot
Het eeuwige zich intocht banen
Vanuit het schamele aardse lot,
Staan boven Java de vulkanen

De regen ruist
en ritselt om hun zijden,
De schemer huist
Om hun gestalten heen,
Boven het land,
Zijn verten en zijn tijden,
Staan zij geplant,
Ontzaglijk en alleen.

De wolken uit
En nevelrijke streken,
Aan elk geluid,
Aan elke drift ontvlucht,
Rijzen zij op
In ‘t morgenlicht, en steken
Hun gave top
De stilte in van de lucht.

Tot van zijn vuur
Om hun rijzige leden, -
Het middagse uur
de felle vlagen slaat,
Tot in de nacht
Met zijne onaanzienlijkheden
De late pracht
Van ‘t zonlicht ondergaat.

Schrijver: Jan Prins
Inzender: Redactie, 13 november 2019


Geplaatst in de categorie: wereld

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 1.591

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)