O, laat mij tot uw voeten komen,
O, laat mij tot uw voeten komen,
Omdat gij niet uw boezem biedt,
En, zachtjes lachend, zalig droomen
Van al mijn heen-gegaan verdriet.
O, laat mij tot uw voeten komen,
Omdat gij niet uw boezem biedt,
O laat mij met uw woorden spelen,
Omdat gij mij uw mond ontzegt,
En 't lieve, dat uw mond mij zegt
Als kussen van uw lippen stelen,
Als kussen, die uw ziel mij zegt,
O laat mij met uw woorden spelen.
O mocht ik mijne handen breiden
Op uw geliefd, geheiligd hoofd,
En stil gedenken, zonder lijden,
Aan 't schoone dat gij mij belooft,
O mocht ik mijne handen breiden
Op uw geliefd, geheiligd hoofd.
Verzen LXXXIII(1894)
Schrijver: Willem KloosInzender: Kees Zeeman, 1 oktober 2009
Geplaatst in de categorie: liefde