inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 3.801):

Hoe stralend zijn de rozen weer herboren!

Hoe stralend zijn de rozen weer herboren!
Hoe vaak werd ons hun zoet geheim onthuld.
Gij hebt zo vaak gelachen en geduld
Dat ik in uw beminnen ging verloren,
En dieper is mijn liefde dan tevoren,
Want gij zijt dood, en ik ben van rouw vervuld.

Maar dit is troost, wat is geweest,
Kan niet vervluchtigen of sterven.
Hoe ver wij aan elkaar ontzwerven,
Elke afstand overzweeft de geest.

Opeens verzwinden ruimte en tijd,
Er is geen toekomst en verleden.
Wij leven in een eeuwig heden,
En ik ben durend waar gij zijt.

't Al hullend en doordringend licht
Verbergt u niet voor mijn gezicht,
Ik streeft tot u door glans en luister.

En als gij naar beneden ziet,
Uw blik de nevelen doorschiet,
Bespeurt gij mij in 't diepste duister.

De Lichtstreep (1926)

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: A.N., 24 januari 2020


Geplaatst in de categorie: vriendschap

2.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.789

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)