BEDE
Gedoog, dat ik mijn handen vouw,
Ik voel mijn hart opeens beklemd,
Ik werd gedreven in het nauw,
Daarom ben ik nu zo ontstemd.
Zo klinkt mijn lied wederom gedempt,
Gelijk een zachte zang van rouw
En weder is de glimlach flauw,
Terwijl het bloed thans schijnt gestremd.
Helaas, helaas, moet ik U derven,
Zijt Gij een beeld, een hersenschim
En moet ik eenzaam verder zwerven?
Daalt nu de nacht weer allerwegen,
Is weer verduisterd gindse kim,
En dreigen alom mist en regen?
Inzender: Redactie, 8 december 2020
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid