inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1886 - 1942

poëzie (nr. 4.104):

BEDE

Gedoog, dat ik mijn handen vouw,
Ik voel mijn hart opeens beklemd,
Ik werd gedreven in het nauw,
Daarom ben ik nu zo ontstemd.

Zo klinkt mijn lied wederom gedempt,
Gelijk een zachte zang van rouw
En weder is de glimlach flauw,
Terwijl het bloed thans schijnt gestremd.

Helaas, helaas, moet ik U derven,
Zijt Gij een beeld, een hersenschim
En moet ik eenzaam verder zwerven?

Daalt nu de nacht weer allerwegen,
Is weer verduisterd gindse kim,
En dreigen alom mist en regen?

Schrijver: Reinier van Genderen Stort
Inzender: Redactie, 8 december 2020


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

2.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 1.287

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)