inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1738 - 1804

poëzie (nr. 3.707):

Het naaimeisje

'k Heb mijn poppen weg gedaan,
'k Heb mijn speelgoed weggegeven;
'k Moet nu als een vrijster leven,
Want ik zal op naaien gaan.

Denk wat blijdschap of ik voel.
Kom, ik ga ook, zonder dralen,
Van mijn huis mijn kussen halen,
'k Bracht al reeds mijn stoof en stoel.

Moeder zei: (wat is zij goed!):
‘'k Zal, opdat ze uw eer niet krenken,
Ook de blijde welkomst schenken,
Die gij maandag geven moet.

Grietje, want zo is de naam
Van mijn naaivrouw, had gesproken,
Van dan chocola te koken:
O, Wat is die vrouw bekwaam!

Ik was werelds opgeschikt,
Met mijn beste zondags pakje.
En de mouwtjes van mijn jakje
Had ik netjes opgestrikt.

Maar dat leek nog niemendal
Bij die rijke lui der kindren!
'k Neeg; toen hield, om mij te hindren,
Nufje dundoeks mij voor mal.

'k Heb 't mijn moeder ook geklaagd.
Maar die wil geen klikken horen.
Wilt gij, zegt ze, u altoos storen
Aan een ieder die u plaagt?

Dan kunt gij geen wil, geen vreugd
Met u speelkornuitjes smaken:
Lach mee; dit zal haar vermaken.
't Kribben past niet aan de jeugd.

Kreun u aan die potsjes niet;
Daar zult gij u wel bij vinden;
Kinderen zijn altoos vrinden.
Maar als gij zo donker ziet,
Als ge om iedre platterij
Dadelijk de lip laat hangen,
Niemand zal naar u verlangen.
Draag u wijs; lach ook als zij.’

Ik zal doen naar moeders raad,
Vrolijk zijn, en vlijtig leren.
En als wij de pot verteren,
Zo als Chrisje al heeft gepraat,
Dan zal ik, heb ik mijn zin,
Mij maar wat heel netjes kleden,
Zoals vele meisjes deden,
Als een witte herderin.

Ik win dus door deze kunst
Ieders liefde, en durf ook hopen
Als de naaitijd is verlopen
Op der grote lieden gunst.

Mooglijk word ik wel door haar
Bij haar ouders aangeprezen;
Dan kan ik haar naaister wezen,
Want de dingen lopen raar.

'k Wou maar dat het maandag was.
'k Zal mijn tijd ook niet verzeuren;
Want ik moet een duit verbeuren,
Als ik op het uur niet pas.

Hoe verlang ik naar die dag!
Ik kan nacht of dag niet duren,
't Is, nog vijfenveertig uren.
'k Wens gestaag dat ik hem zag!

Schrijver: Betje Wolff-Bekker
Inzender: Redactie, 14 oktober 2019


Geplaatst in de categorie: werk

3.0 met 14 stemmen aantal keer bekeken 6.449

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)