HUWELJKSDICHTJE
In het midden van de feeste,
van het spelen en 't gezang,
't vlugge klappen, 't vrolijk lachen
en der bekers hel geklang,
Schouwende over 't levend feestmaal
zit de blanke Poëzij,
en 't gemoed vol zoet bewonderen,
kijkt en zwijgt en mijmert zij.
Zij bewondert 't werk des Heren
die, wanneer de Mens daar stond,
nieuw geschapen, sprak: "Niet eenzaam
weze hij," en die slaap hem zond,
Wondre slaap wiens heime werking
uit de man de vrouwe baart,
en tot één harmonisch wezen
macht en zoete teerheid paart.
Zij bewondert 't werk des Heren
die gedurig herwaarts zendt
zielen voor elkaar geboren
en - de kracht van 't Sacrament.
En zij spreekt: "Gij nieuw Getrouwden,
wil onthouden deze dag
die bij 't trouwen u zo zalig
op elkanderen lachen zag;"
En ten hemel stijgt haar bede:
"Heer, dat zij in trouwe en vrede
lange jaren slijten samen."
Zeg daarop nu allen: "Amen."
Inzender: Redactie, 12 september 2010
Geplaatst in de categorie: huwelijk