Na Jaren
Hij toog naar vreemde landen
Met groene wandelstaf;
Na jaren kwam hij weder;
Toen viel het herfstloof af.
Aan 't huisje van zijn moeder
Daar bleef de zwerver staan staan;
De kinderen weken bange,
De heemhond gromde 'm aan.
Hij keek naar 't oude venster,
Hij keek naar 't oude dak:
Hij hoorde een vreemde spreken,
Waar eens zijn moeder sprak.
En ogen spiedden, vragend,
En schuw, door 't vensterglas;
't Leek alles hem zo vreemd nu
Wat eens zo innig was.
De gele linde glimlachte
In 't avondrood zo moe,
En stak de vriend van vroeger
Trouwhartig de armen toe.
En zij sprak nog haar tale
Met de eigen innigheid,
En neurde op de oude wijze
Een lied uit vroeger tijd.
Inzender: Redactie, 13 januari 2011
Geplaatst in de categorie: tijd
Suriname.
Stond in onze taalboek
Moesten we toen ontleden.
Blij het weer te zien