Uchtend
De mist, uit zilverpeerlen als geweven,
laat in de rozige uchtendschemering,
de helling langs der grauwe heuvelkling,
zijn golvend waas naar 't Westen toe verzweven.
Ter kimme heeft, uit donzen wemeling,
een rozewolk heur gouden wiek geheven.
Door 't dorre hout, waarin de druplen beven,
schiet de eerste schicht zijn schelle schittering.
En sidrend beuren slanke populieren
zich op uit kille dauw, die langs de vliet
in flarden zijn sluier af laat slieren.
Geen leeuwrik orgelt er een morgenlied;
op loden vleuglen schijnt de stilt te hangen;
slechts in de verte ruist de zee haar zangen...
Inzender: Redactie, 26 januari 2021
Geplaatst in de categorie: natuur