inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1877 - 1924

poëzie (nr. 1.778):

Herfstliedje

De takken zijn dun,
Ik ruik de run
Van de eiken, -

De berken zijn wit,
Op een bank zit
Ik te kijken.

Daar klautert het licht
- Wat mooi gezicht! -
Door de takken naar boven:

't Is allemaal louter
Goud, o! je zoudt er
Wel van willen roven!

De wind zit in de
Gele linde
Wat te vertellen, -

Kijk! die kastanje:
Daarvan kan je
De blâre' al tellen!

0! o! daar begint
Die woelige wind
Ze te vergaren - -

Goud! goud! is het ooft.
Over mijn hoofd
Rollen de blâren!


---------------------------------------------------
run: gemalen schors van eik gebruikt als o.a. strooisel

Eerste oogst (1912)

Schrijver: C.S. Adama van Scheltema
Inzender: adm, 28 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.2 met 17 stemmen aantal keer bekeken 3.206

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Eric Vandenwyngaerden
Datum:
11 maart 2023
Dit kleurrijke gedicht herinnert mij aan mijn schooltijd. We moesten destijds nog gedichten uit het hoofd leren. De toenmalige leraar Nederlands kon na je voordracht perfect je gemeente (stad/dorp) van afkomst bepalen aan de hand van de veelvuldige klanken in dit prachtige (ondergewaardeerde: slechts 2 sterren?) gedicht.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)