inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1864 - 1924

poëzie (nr. 1.950):

Voorzang

Er onstaat in mijn hart een nieuwe liefde,
Stil en groot,
Die, evenals een bloem verhief de
Stengel en kelk, zo schoot
Door mijn borst, en door mijn ogen kliefde
Zich de weg, en bood
Zich aan mijn ogen bloot: een nieuwe liefde.

En nu zie ik mijn nieuwe liefde,
Die zich ontweefde
Aan het kristal
Van mijn ogen, door het Heelal
Gaan, alsof een Wezen daar zweefde,
En ik roep uit met zachte schal:
‘Wie zijt gij, mijne liefde?’

En zij zegt tot mij
met een stem zo helder als kristal
En goud, recht staande:
‘Ik ben de liefde
Van uit uw borst gekomen,
De Liefde voor 't Heelal.’

En zacht gaat henen mijn klare Geliefde,
Henen naar de Mensheid.
En zij schijnt als waaraan geen grens leit,
Liefde.

En zal ik 't u vertellen? - mijne liefde,
Die is de Alles omvattende Liefde,
Gaat voor mij uit, heen door de grote zaal -
En ik volg haar - van het stralend Heelal.

En toen is 't of zij, als een gordijn, hief de
Lucht, en ik zag daar voor ons als kristal,
Stralend en donker, en donker als de straal
Van licht in sneeuw en regen, Mensen die leefden.

‘Ziet gij die slaven in hun zwarte ellende?’
Zei zij tot mij met een stem klaar van liefde, -
En zij werd één met hen in zachte liefde, -
‘Die was het die uwe liefde niet kende.’
En ik werd één met haar oneindige liefde,
En met haar zelve, liefde zonder einde.

Zij is de Nieuwe Liefde.
Zij is de Zon
Van uit de Bron
Der Menschheid.

Pan (1912)

Schrijver: Herman Gorter
Inzender: adm, 13 juni 2012


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 1.844

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)