ZANDSCHIPPERS
In 't donkre schipje
wroeten de paren,
de vader en moeder
het kind met kind
de bruine wroeters
die 't zand vervaren
die drijven met water
en wind.
En waar zij komen
werpen hun armen
met klekkende schokken
het zand omhoog:
een vel om wat benen
een maag en wat darmen
een dof, gebroken en
hooploos oog.
In 't ruimpje
als een dodenkot
daar bukken zij samen
als regen giert,
een lampje schijnt er,
de lucht is er rot
en vocht is er veel
en afzichtlijk gediert.
In 't donkre ruimpje
sterven er velen
- die niet in het donkere
water vergaan -
zij eten, slapen,
vechten en telen
hun leven is vroeg
heel vroeg gedaan.
Dan komt het zand
het gele, droge,
en plompt met schokken
over hen henen:
dan is 't voor 't eerst
dat ze rusten mogen
en hongerangsten
niet schrenen.
Znagen van hoop (1919) Beeldende liederen.
Schrijver: Salomon BonnInzender: Redactie, 12 maart 2021
Geplaatst in de categorie: werk