inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1855 - 1930

poëzie (nr. 2.188):

Onder de boom

Gelegerd op het oude lover,
Bij beukenstam, als aan een drempel,
Waar takken hangen dakswijze over,
Wij zoeken rust als in een tempel...

De lange, donkere twijgen deinen,
Door luwe luchting opgetild,
En wuiven voor de bladerschijnen
Van gulden loofwerk, zon-verstild.

Soms zijn 't maar bladerschijne' op blàren
Die roeren voor het lucht-struweel,
Waar lichter schijnsels wiegen, waren,
Als bleek gebloemt aan lange steel.

De laan gloedt ver, de bank staat ledig,
De vogels zwijgen, 'n bosduif spreidt
Zijn waaierstaart in 't zon-vuur vredig,
Al henen vlerkend wit en wijd...

Een paartje is op de bank gekomen,
Leest saâm één boek, de halzen krom,
En als wij keren uit ons sluimrig dromen
Slaan ze immer nog de bladen om.



1923

Gedichten (1932)

Schrijver: Jacobus van Looy
Inzender: Redactie, 23 juni 2013


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 545

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)