'k Zat bij nen boom te lezen
'k Zat bij nen boom te lezen,
al in mijnen brevier;
de zunne kwam gerezen,
gelijk een kole vier;
de blijde vogels dronken
de dreupels van de mei,
de morgenperelen blonken
en brandden in de wei,
lijk vier:
'k zat bij nen boom te lezen,
al in mijnen brevier.
1859-60
Kleengedichtjes
Schrijver: Guido GezelleInzender: adm, 28 juni 2013
Geplaatst in de categorie: natuur
Dit is weer heel andere (lekkere) koek.
voor mij althans, iets vertederends gehad.
Lag het niet enkel in zijn verschijning, dan wel in de eenvoud van gebaar en woordkeuze.
Simpel diepzinnig. Op een schone wijze.