inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1885 - 1933

poëzie (nr. 2.360):

SPIJTIG MEILIED

Wij hielden d'adem in en zagen uit,
O heilig Russisch volk, zoudt gij komen?
Was dit des Moejik's donkernaderstromen,
Zijn als uit orgel stralende geluid?

Wij dachten, tijd is rijp, het wordt voldongen,
Het Oosten blinkt, een nieuwe mensheid komt,
De wilde Marseillaise wordt gezongen,
Revolutie over de aarde tromt.

Ach, alom niet, gij zijt te snel verlopen
Tot oude stilte, zingende oproerschaar,
Weg viel des Moejik's broederlijk gebaar.
Waarmee hij maakte nieuwe tijden open.

En wij ontgoochelden, weer heengesmakt,
Verloren en verschrompeld en vergeten,
Als landverhuizers met hun woon' bepakt,
Zitten wij neer en gaan de einder meten.

En houden d'adem in en zien weer uit
Naar verten,her en der, of mocht uitkomen
Uit ietwat land, het orgelende stromen,
Onmetelijk, dat dreunende geluid!

Schrijver: Abraham van Collem
Inzender: Redactie, 5 mei 2014


Geplaatst in de categorie: maatschappij

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 343

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)