De vreemde dood.
Mijn peinzen kan de vreemde dood nìet loven
Die me u welhaast voor steeds genomen had:
Uw lichaam dat mijn droom ontroerd bezat,
Uw bleek gelaat welks lach mijn smart kan doven.
Dan had ik u nooit bevend meer omvat,
Nooit meer uw haar gestreeld, zijn geur gesnoven,
Met u nooit meer door zomers blijde hoven
Gedwaald of laat door de avondlichte stad.
- Neen 't is niet wreed dat na een zalig zwerven
Door vreugde en hoop en stilte en droefenis
Wij eindelijk een koele rust verwerven,
Maar nu: mijn ziel is bang en ongewis,
Ik kan uw warmte, uw zachtheid nog niet derven,
Uw liefde die zo zoet-vertroostend is.
Gedichten (1922)
Schrijver: Johan DanserInzender: Redactie, 5 september 2014
Geplaatst in de categorie: liefde