inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1814 - 1903

poëzie (nr. 2.469):

GERMANISMEN.

Gij hebt mij, lieve Buren!
Uw t o o n s t u k niet te sturen;
Ik zing niet gaarne op D u i t s;
Houdt, daar gij mij door ’t oor boort
Met uw afgrijslijk v o o r w o o r d,
Uw l i e d e r t a f e l s thuis.
Verlost mij van de d a a d z a a k,
Waarover ik mij kwaadmaak,
Gewis niet zonder grond!
En w i j s, om mij te grieven,
Niet h e e n naar de o m l o o p s b r i e v e n,
Die gij mij onlangs zondt.
Och, dat de Nederlanden
Toch s p o r e l o o s verbanden
Wat v o o r t g a a t uit uw huis,
In plaats van d o o r t e v o e r e n
Wat burgeren en boeren
Tot schande strekt of kruis.
Ons Neerduits was welluidend,
Zolang gij ’t niet b e d u i d e n d
Met valse klanken schondt;
Ons Neerduits was verstandig,
Zolang men ’t niet onhandig
Verplooide naar uw mond;
Ons Neerduits zal slechts leven,
Zolang wij ’t niet vergeven
Met vruchten van uw grond.

Gedichten III (1905)

Schrijver: Nicolaas Beets
Inzender: Redactie, 13 september 2014


Geplaatst in de categorie: taal

2.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 828

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)