De lippen van het water...
De lippen van het water leggen zich
verliefd, verlustigd op de rondom open
gewelfde kring; zij komen toegeslopen
en dringen op en rekken zich...
Gesneden in de alabasten rand
is er een vers van een zo uitverkoren
zoetheid van woorden, dat de zin verloren
wegdeinde in dit bedwelmende verband.
Een strofe, die in jubel zich verhief
en dan zich strengelde en zich ging winden
tot een beschaduwing van de beminde,
van het besloten, zinsbetoovrend lief.
En zwijmend onder alle heerlijkheden
benadert nu een weke en vochte mond
de kostlijke syllaben, snikte en vond
er zijn besterven, stom teruggegleden.
Inzender: Redactie, 14 september 2014
Geplaatst in de categorie: taal