IN DE AVOND
Des avonds buigt mijn lome mijmring over
Naar haar, mijn lief, en naar haar stil gemoed:
Zo nijgt een boom soms wel zijn bronzen lover
Over het koele water aan zijn voet.
En ik word droef. Want derft mijn ziel de tover
Dier lieve stem die 't wrangst gemis verzoet
Dan welkt mijn trots en ben ik naakt en pover,
Alleen verschroeid door felle hartstochtgloed.
Dan troost mij niets en schrei 'k in bange klachten
De helse pijnen mijner angsten uit,
Dan streelt mijn smart de somberste gedachten,
Tot mij de slaap de brandende ogen sluit
Om eindelijk mijn wezen traag te omnachten
Met zware droom, verscheurd door geen geluid.
Inzender: Redactie, 11 april 2015
Geplaatst in de categorie: liefde