inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1840 - 1922

poëzie (nr. 2.649):

Avondstilte

’t Wordt laat, en ’t zwijgen zinkt met stille avond neder,
En stille, de avond dringt me in ’t eindloos diepe hert,
En ’t eindloos herte, moe van ’t wentlen weg en weder,
Staakt ’t wentelen en rust in stille zoete smert.
O smert, geen zoetheid kan aan ’t rustend zoet genieten,
Het zoet genieten van uw ijdele eindloosheid,
Uwe ijdele eindloosheid die ’t dromen vol kan gieten,
Het stille dromen van des avonds enigheid.
’t Is eens en avond, en de duisternissen dalen
In halve duisternis doorschijnend in de nacht,
Waar schijnend heldre sterren aan de hemel pralen,
De hemel licht doorlaaid in heldre sterrenpracht;
Die sterrenpracht die ginds oneindig wendt en wiegelt;
Oneindig wendt en wiegt in ’t meteloos gespan,
En meetloos in de klene klare dauwdrop spiegelt,
De dauwdrop, mijne ziel, die ’t eindloos spieglen kan.
Het eindloos hangt daar hoog en ligt hier neer te dromen,
Te dromen in de vlakte en in het zwijgend woud,
Het woud dat zwijgend rijst met halfverlichte bomen,
Die bomen vormeloos die schijnen eeuwenoud:
Want eeuwenoud is ’t al en meteloos te samen
Als samen stilte ligt en nacht op de natuur,
Natuur, onroerbaar stil waar blad noch bomen aâmen,
Noch de adem van de tijd waait in de drijvende uur.
De drijvende uur ligt stil op roerloze bomen,
En roerloos voor de bos strekt ’t ongemeten land,
Het ongemeten land dat donkre verten zomen,
Die verten meteloos lijk zeeën zonder strand.
En zeeën zonder strand van stille zoete smerte,
Van smert onroerbaar, kalm en vrij van bitterheid,
Onroerbaar liggen, kalm, in ’t zwijgend einloos herte,
Met ’t eindloos gevoel der eeuwige eendloosheid.

Schrijver: Hugo Verriest
Inzender: Redactie, 18 april 2015


Geplaatst in de categorie: verdriet

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 749

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)