inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1864 - 1935

poëzie (nr. 2.668):

Ik kan 't mij niet verklaren... àl 't verlangen

Ik kan 't mij niet verklaren... àl 't verlangen,
Dat nauw meer ademde in des harten diep,
Springt òp en rijst zó heftig, dat ik bange
Bange word om zo groot verlang, dat sliep

de stille slaap, of 't slapend wilde omvangen
De koude dood, die sombre weedom schiep...
Toch... 't is zo wonder heerlijk... niet meer bange...
Verlangen stijgt naar 't lichten, dat hóóg riep!...

Hoor, hoe verlangen stijgend lacht, héél luide...
Al wete ik niet, wàt of die roep beduide,
'k Hoor een triomfkreet in die gouden lach!

O! nieuwe Lente, o nieuwe harte-Meie,
Dàt weet ik, dat 'k uw wijding benedije,
En juichend groet de nieuwe, heilge dag!

De Gids (1895)

Schrijver: Eduard Brom
Inzender: Redactie, 22 mei 2015


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 661

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)