inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1808 - 1869

poëzie (nr. 2.692):

Mijne wensen.

Vriendschap kwam mij zoetjes strelen
In mijn blijdschap, in mijn leed,
Toen ik bij de kinderspelen
's Levens lentedagen sleet.

Mocht wie in mijn vreugden deelde,
Met een traan mijn droefheid heelde;
Mocht die vriend en speelgenoot
Mij beminnen tot de dood!

Aan een meisje zacht van zinnen
Hechte ik mij met hart en oog.
't Was mijn zuiver, teder minnen,
Dat tot liefde haar bewoog.

Sinds een heilig band ons strengelt,
Vliet ons leven als verengeld.
Steeds bestrooi' met bloem en blad
Reine liefde ons effen pad.

Onze taal was vroeg ontloken,
Aan de frisse Scheldestrand;
Nog wordt zij met klem gesproken
In ons dierbaar vaderland.

Blijv' die taal met ere blinken,
En in 't lied der Belgen klinken!
Blijve ze immer lief en schoon
Boven elke vreemde toon.

'k Trotse, ver van 's werelds razen,
Pennenstrijd en wapenklank.
'k Zit gerust bij volle glazen,
'k Drink de vaderlandse drank,
'k Zing een Vlaams, een lustig liedje;
'k Droom mij zalig in 't gebiedje
Van mijn vrouwtje en mijn vrind;
En sla 't oovrige in de wind.

Gedichten (1850)

Schrijver: Johan Michiel Dautzenberg
Inzender: Redactie, 19 juni 2015


Geplaatst in de categorie: algemeen

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 507

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)