inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1753 - 1824

poëzie (nr. 3.085):

HET KRUIS VAN JEZUS CHRISTUS.

Der eeuwen eeuwigheid zweve, eeuwig grensloon, voort;
Door hare oneindigheid wordt, Kruis! uw lof gehoord,
En worm en seraf juicht, en rijst door u in waarde,
Waar immer leven werd verspreid,
Verhoogt ge, o Kruis! de zaligheid,
En zonnen tanen bij uw heerlijkheid, o Aarde!

Wat zien wij, stof, van u op onze donkre baan? —
Slechts wat het hart behoeft, om tot zijn God te gaan.
Al 't vorig' blijft ons nacht, een heilig, godlijk duister.
Maar Englen, Serafs knielen neer,
Aanbidden starend eeuwig meer!
En schittren schoner in den weerglans van uw luister.

0, Kruis! gij marteltuig van God en mens vervloekt,
Daar 't zinlijk oog de Slaaf of Booswicht slechts aan zoekt,
Aan u zien wij Gods Zoon, den vlekkeloze, hangen!
Hij, Hij is 't offer, gij 't Altaar -
De wereld hoort verbaasd die maar,
En eeuwig lofgezang heeft Dood en Hel vervangen.

Mijn geest, o wonder Kruis! gevoelt uw majesteit;
Maar beeft en siddert aan de grens der eindigheid,
En zinkt in 't niet terug. — Wat Engel op u staarde,
Geen Engel heeft 't geheim verklaard:
„God, God in 't vlees geopenbaard,
„En stervend voor het heil van een verloren aarde!"

Schrijver: Rhijnvis Feith
Inzender: Redactie, 2 februari 2017


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.706

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)