inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1744 - 1799

poëzie (nr. 3.152):

WIJN, LIEFDE EN SLAAP.

De muzelman weerstaat god Bacchus,
De monnik god Cupido;
Men biedt die goden trots:
God Hypnus slechts is onweerstaanbaar;
Hem volgt, gedwee en willig,
En turk en kloosterling.

De wijn baart dronkenschap, de liefde
Onkuisheid; maar het slapen
Schenkt nuchterheid en tucht.
De dronkaard zoekt alom krakelen,
De onkuise vuile vreugden;
De slapende ademt deugd.

't Vermaak, te drinken en te minnen,
Is vluchtig, als ons leven;
De dood fnuikt liefde en wijn.
De slaap bepaalt zich aan gene eeuwen:
Want sterven wij in 't einde,
ô Dan eerst slapen wij!

De schrandere arts verbiedt de kranken
't Gebruik des wijns, en tevens
't Genot der zoete min;
Terwijl zijn kunst daarop bedacht is,
Dat hij de zwakke lijder
Een zachte slaap verschaff'.

De stervenden walgt dartle wellust,
Ook walgt hem de eêlste nectar,
In 't vege tijdgewricht:
En, vrij van 't ondermaanse, haakt hij
In de uiterste ogenblikken
Naar de armen van de slaap.

Proeve van Slaapdichten (1784)

Schrijver: O.C.F. Hoffham
Inzender: Redactie, 8 mei 2017


Geplaatst in de categorie: filosofie

5.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 461

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)