Wij zullen blijde zijn
Wij zullen blíjde zijn... De bomen blozen
van vruchten. En ons hoofd is schoon als duizend rozen,
nu we overvloedig zijn van zwenkend zomer-bloed...
o God, God, ik en kende U niet, en was verlóren;
maar nu ge Uw adem door mijn adem deinen doet,
is Uw gedaante menig-voud in mijn herboren,
'lijk, beken-veel door 't barstend lente-land, een vloed.
- Ik ben geheel; ik wéet U; en mijn dromen
zijn gaanderijen voor Uw stem. En heel mijn lijf
is 't duizel-ruisend huis en eindloos-wijd verblijf
waar Uwe zomerheên als vaarten vreugd door stromen.
Want thans is zomer zwaar der daden van Uw Daad,
en 'k voel, ik die gelúkkig ben, hoe door de bomen
bremstig Uw godd'lijk sap naar bast en blaêren slaat.
Het vader-huis (1903)
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 31 januari 2018
Geplaatst in de categorie: natuur