inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1757 - 1786

poëzie (nr. 3.343):

DE VADERLANDSE JONGELING.

Hoe gloeit, hoe klopt mijn dankbaar hart,
Voor 't lieve vaderland!
Nog zij mijn jongste levenssnik
Voor 't dierbaar vaderland !

Mijn vrije ziel, van kluisters wars,
Veracht een hoge staat! -
Is niet in 't vorstelijk paleis
De troon der slavernij?

Hij, die de schijn voor 't wezen mint,
Zij een vergulde slaaf!
Mij siert, in 't ongetooide kleed,
De gouden Vrijheid zelf!

Ik lees, op 't marm'ren eregraf,
De lessen van de Deugd:
'k Ga dikwijls in het heiligdom,
En staar op 't marm'ren graf!

Dan is het, of de Vrijheid zelf
't Gevoelloos steen bezielt;
Dan treft een mannelijke stem
Mijn eerbied voedend hart:

'Wij stierven voor het vaderland,
En lieten, aan ons kroost,
't Bezit der dierbre Vrijheid na!
Leef ook voor 't vaderland!'

Ja! Helden! 'k leef voor 't vaderland!
Gij zult mijn voorbeeld zijn!
Wen 't vaderland en Vrijheid geldt,
Dan sterve ik, zo als Gij!

Ach! kon mijn dood, voor 't vaderland,
Een veilig leven zijn!
Gewis! ik koos geen koningstroon
Voor zulk een blijde dood!

De dood moge iets verschriklijks zijn
Voor 't laag en laf gemoed:
Wen 't vaderland en Vrijheid geldt,
Is hij der helden vreugd!

o God! dat immer, in mijn ziel,
Die hete liefde gloei'!
Mijn hart klopp’ nog zijn laatste slag:
Voor God en 't vaderland!

Mijn jonge vrienden, die, met mij,
Ons vaderland bemint!
Uw hart kloppe ook zijn laatste slag:
Voor God en 't vaderland!

Leven en werken van Jacobus Bellamy (1757-1786)

Schrijver: Jacobus Bellamy
Inzender: Redactie, 21 februari 2018


Geplaatst in de categorie: vrijheid

2.7 met 3 stemmen aantal keer bekeken 762

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)