inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 4.269):

En als de storm 't zwiepende weefgetouw

En als de storm 't zwiepende weefgetouw
Vastmokert op nachtlijke vastelanden,
En wereldzeeën blauw en goud doet branden
Onder zijn spoel, een streep van goud en blauw,

En dan voor de ingang van cyklopenbouw,
Een berg elk rotsblok met duiz'lende wanden,
Tot groet aan morgenzon met trotse handen
Zijn regenboog zich omsjerpt, hel op grauw -

Dan voel 'k, boven werklijkheidswaan gerezen,
Mij als de Zelfontplooiing van Gods Wezen,
En mijn ekstaze weet: Ik ben 't, die werp

In dond'rend heen en weer langs gouden banen
De bliksem over flikk'rende oceanen;
Ik ben de storm, zijn weefgetouw, zijn sjerp.


-----------------------------------
uit: Brahman, deel I, pag. 65

dit sonnet is het 13e in de cyclus: Bevrijding(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: Redactie, 24 mei 2021


Geplaatst in de categorie: vrijheid

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 1.756

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)