Wie 't meisje, dat hij liefheeft, aait en kust
Wie 't meisje, dat hij liefheeft, aait en kust,
Dat hij zich, wereld, God, zelfs haar vergeet,
Hij zoekt, zonder dat zijn ekstaze 't weet,
De vredige eenheid van wensloze rust:
Zo moest jij, maar nu denkend, klaar bewust,
Achter 't wiskundig weefsel van mijn kleed
- Paillet van ster en lach op nacht en leed -
Vinden het hart, waaraan je wensloos rust.
Nu zie je in 't ontzaggelijk koloriet
Als ijle schaduw zelfs je grootst verdriet:
'T heilig IK BEN, Brahman in de aardeling,
Twee woorden, met 't heelal in evenwicht,
Sluit God en wereld in één kring van licht.
Geen liefde - Niets, niets dan bewondering.
----------------------------------------------------
Brahman I, p. 129
Sonnet XXIII in de cyclus 'In de Hoogte'
Inzender: Redactie, 31 juli 2023
Geplaatst in de categorie: individu