inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1586 - 1658

poëzie (nr. 331):

Verraad

Als Christus met zijn jongeren te gader
Gezeten was in d'alderlaatste nacht,
Hier is de uur, sprak hij, zo lang gewacht
Dat door de dood ik trede tot de Vader.

Geen hertenleed, o vrienden, komt mij nader
Als dat de man die mij te volgen placht
Om 't aardse goed het eeuwige veracht,
En wordt aan mij een schandelijk verrader.

Iskarioth uw boosheid ik wel weet.
Neem nog van mij die minnelijke beet,
En scheid daarmee terstond van deze elven.

Des mensen Zoon zich geerne overgeeft;
Maar 't waar u goed en had gij nooit geleefd.
Gij wint het geld, en gij verliest u zelve.

Over-Ysselsche Sangen en Dichten (1630)

Schrijver: Jacobus Revius
Inzender: K.S., 14 oktober 2003


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 3.094

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)