inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876-1931

poëzie (nr. 406):

De Herdersstaf

Ik was nog blond en jong van jaren
toen ik een sterke rechte tak
zag wuiven met zijn vlag van blaren
en tot hem opklom en hem brak.

Ik boog mij zingend tot hem over,
die kloeke telg van de oude es,
en ras verloor hij schors en lover
onder het knarsen van mijn mes.

Dan heb ik half in droom gesproken:
"Ook mij, Heer, bid ik breek mij af,
en ben ik uit Uw kroon gebroken,
snijd mij ook tot zo'n schone staf."

Doch nauwlijks had ik dit gebeden,
of plotsling merk ik aan mijn hart
het vlijmend wee van snee bij snede,
diep kervend, want dit staal trof hard.

Ik beidde 't eind de pijn bleef duren,
terwijl ik wachtte, werd ik oud,
ja al die zware langzame uren
had ik Gods handgreep om mijn hout.

Ook nu nog, maar wie klaagde of morde,
niet ik, die't lijden alles gaf,
want onder 't werk, zie ik hem worden
de slanke gave herdersstaf.

Schrijver: Aart van der Leeuw
Inzender: G.H. Blank, 15 februari 2004


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 1.226

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)