Alleen
Ik was een stil en eenzaam kind,
Eenzaam als geen -
Gij zong voorbij als een stem in de wind:
Nu ben ik alleen, alleen.
Gij streek voorbij als een schone schijn -
Vanwaar? Waarheen?
Wat kan ik zonder u beter zijn
Dan alleen, alleen?
Alleen met de zee die ebt en vloedt
Op haar gezetten tijd,
Met de maan die krimpt, met de zon die gloedt,
Met het gras dat dort en dijt,
Met de avonturen die zijn volbracht
Als de luide klok ze seint,
Met Orion die laat in de winternacht
Rijst statig overeind -
Soms denk ik nog hoe tijden her
Ik eenzaam was
Als zee en zon en maan en ster.
En het naakte kuise gras.
Buiten de tijd en zijn bestier,
Een ledig nest
Hoog in de top van de populier,
Komt nooit mijn hart tot rust.
En alle dingen zijn eenzaam, en
Vloeien ineen -
Ik wil slechts wezen wat ik ben:
Alleen, alleen, alleen!
'Altijd zing ik 't zelfde lied'
Schrijver: P.C. BoutensInzender: Redactie, 25 juni 2020
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid