inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1577-1660

poëzie (nr. 4.514):

VRIJT, WAAR JE ZIJT

Daar is een vis van ouds bekend,
Die blijft niet in zijn element;
Want als een visser, of zijn maat,
Op deze vis uit vissen gaat,
Zo neemt hij nooit een listig net,
Hij neemt geen loze fuiken met,
Maar zet een fakkel op de snuit
Van zijn bedriegelijke schuit,
En komt zo vletten op de stroom.
Daar krijgt de vis een minne-droom;
Want als hij ziet die schone glans,
Zo keurt hij ’t voor een goede kans,
En, mits hij ’t listig vuur bemint,
Zo komt hij zwemmen voor de wind,
En springt dan vaardig in de boot,
Dat is, te midden in de nood;
Want, met de malle sprong geschiedt,
De visser staat niet slecht en ziet,
Maar grijpt terstond de zotte vis;
Die moet dan blijven waar hij is.
Al wie uit hete minne-brand
Gaat vrijen uit zijn eigen land,
En, aangedreven van de lust,
Begeeft hem naar een vreemde kust,
Daar hij de gronden niet en kent,
Daar hij de lucht is ongewend,
Daar hij al ziende niet en ziet,
Die komt wel licht in groot verdriet;
Want hij is dikmaals opgevat,
Eer dat hij recht ter neder zat,
En als de kans eens is gewaagd,
Dan is’et al te laat geklaagd.
Wel, vrijers! hoort een kort besluit,
En trekt’er deze regel uit:
Wie, als hij vrijt, te verre vliegt,
Die wordt bedrogen, of bedriegt.

Schrijver: Jacob Cats
Inzender: Redactie, 16 februari 2022


Geplaatst in de categorie: woonoord

3.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 8.121

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)