Wat een vrouw spreekt
Dat ik slagpen en wiekdons derve,
En langzaam door het stof moet zwerven,
Is dit uw grief?
Mijn man, gij kunt in mij niet roemen
De reine zorgloosheid der bloemen,
Heb mij toch lief!
Van zonglans,sneeuwdans, wind en weder
Mis ik de vlucht, de losse veder,
Het luide lied;
Ach, wat tot tranen roert, 't onschuldige
Dier nooit verzochte godsgeduldige,
Het siert mij niet.
En toch gij zoekt bij rozen, merels,
Hemel en sneeuw vergeefs twee perels:
Deernisse, smart;
Man, buig u dat gij beide vinde,-
Menselijk geschenk van een beminde,-
In mijn arm hart.
Verzamelde gedichten
Schrijver: Aart van der LeeuwInzender: adm, 23 april 2004
Geplaatst in de categorie: liefde