inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1898 - 1936

poëzie (nr. 3.674):

De ontdekker

De rustigen die mij tartten te vertrekken
Heb ik om 't schip te krijgen woest beloofd
Rijkdommen fabelachtig te ontdekken,
Waarvoor ik ingestaan heb met mijn hoofd,
En eindlijk in triomftocht aangebracht.
Tot zinkens toe geladen lag mijn vloot.
Wel waren bijna al mijn mannen dood,
Maar alle havensteden bont bevlagd.
Toen moest ik knielen voor de gouden troon.
De koning boog en wilde mij een keten
Omhangen – die ik hem met wilde hoon
Ontrukt heb en een hoovling toegesmeten.
Nu heeft een vrouw mij innig vroom omhelsd,
En in haar grijze ogen zag 'k mijn vrede.
Ik neeg – maar in mij brandde toch het felst
't Vuur dat mij voorschrijft buiten rust en rede.
En haastig heb ik mij weer ingescheept,
Zeker van een ontdekking, anders groots,
Maar ben door onweerstaanbaar drift gesleept
Naar zeeën leeg en kusten steil en doods.
Nimmer belijd ik mijn dwaling, mijn zwak.
Voor deze blinde muur zal 'k blijven kruisen
Tot 't eind der wereld met mijn trouwe wrak,
Waarop drie kale masten: galgen? kruisen?

Eldorado (1928)

Schrijver: Jan Jacob Slauerhoff
Inzender: Redactie, 28 september 2019


Geplaatst in de categorie: vrijheid

3.0 met 29 stemmen aantal keer bekeken 3.351

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)