inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1585-1618

poëzie (nr. 640):

Amoureus liedje (Ai, schone dochter blond)

Op de wijze van: Indien het klagen kan, etc.

Ai, schone dochter blond, die ’t hulsel en paruiken
Des gouden dageraads verwelkt en verdooft*,
Die de sneeuwwitte melk en leliën doen duiken*
Van ’t zilverblanke vel van uw eerwaardig hoofd,

O Margarieta schoon, o uitgelezen bloeme,
Strooi uit uw braaf* verguld en lang gouddradig haar,
Dat* de zonne beschaamd, verwonderd is en hoe me*
De rozen en ’t ivoor zo marmelt* door elkaar.

Ontdek*, mijn lief, ontdek ’t meesterstuk der naturen
Dit zonderlinge* werk, dit uitnemende raak*,
Deez’ appelborstjes hard, deez’ lieve nageburen
Die het lustgierig oog beloven zoet vermaak.

Kus mij, mijn zoete; ha, kus mij en kus mij weder,
Ha, ha, ik sterf, ik sterf, de ziele mij ontvloog,
Na uwen adem zoet mijn hart springt op en neder,
En zwoegt nog na de kracht, die mij uw vuur ontzoog.

Ik zwijm, ai mij, ik zwijm, ’t leven wil mij ontslippen,
Ach, gij ontzuiget mij dat liefelijk gebloemt’
Dat ik te plukken placht van uw purperen lippen,
Van ’t koraalrijke hoofd en rozenveld voornoemd.

Paai* toch mijn groot verdriet en wil genâ* gebruiken,
O schone, die mijn ziel volkomelijk bezit,
Geef mij de bloemkens weer die zo zoetgeurig ruiken,
Geef mij haar oude kracht, haar leven en haar pit.

Mijn ogen zijn verstaard*, met schimmer* blind geslagen.
Belamfer*, zoete lief, uw goddelijk gezicht,
O vriendelijke mond, ik en kan niet verdragen
Uw flonkerige brand en vonkend’ ogenlicht.

Omhels mij, waarde lief, en laat mij troost verwerven,
Blus uit mijn glimmend vuur, blus uit mijn hete vlam,
Die mij op ene stond* doen leven ende sterven.
’t Waar scha* dat onze vreugd in ’t midden einde nam.

---------------------------------------------------------
* die ’t hulsel...verdooft = die het gouden kleed
en het stralend haar van de dageraad verflauwt en dof maakt
* doen duiken van = doen buigen of zwichten voor

* braaf = mooi
* dat = zodat
* me = men
* marmelt = mengt (er als marmer doen uitzien)

* ontdek = ontbloot
* zonderling = bijzonder
* raak = kunstwerk(?)

* paai = verklein, lenig
* genâ = genade

* verstaard = verstard, door staar getroffen
* schimmer = schittering, glans
* belamfer = versluier

* op ene stond = op hetzelfde ogenblik
* scha = jammer

De grote bron der minnen (1622)

Schrijver: Gerbrand Bredero
Inzender: Lau Kanen, 20 maart 2005


Geplaatst in de categorie: erotiek

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 3.267

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)