Wanhoop
Niet meer hoop ik uit dit schemerduister licht:
Al de heemlen sloten achter uw vervluchten luister dicht.
Wat bedoelen al der aarde, al der sterren prachten nu?
Geen der groene dagen, geen der zilvren nachten wachten u.
Waarom wil ziel niet berusten, waarom blijft zij immer kind?
Waartoe voortgeloven in de zegen die zij nimmer vindt?
Door der velden eindeloze leegheid ga ik om;
In der straten, in der pleinen lege volten sta ik stom
Onder 't vreemde volk dat luide op markten en in hallen leeft,
De ogen bedelstar om iets wat geen van allen heeft.
In der venstren schijnen, in der diepe deuren graf
Kijk ik levens velerhand gering gebeuren af:
't Leek mij troost of ik van schoonheid medelijden won,
Vond ik één geluk dat ik oprecht benijden kon.
Inzender: JM, 7 juli 2005
Geplaatst in de categorie: verdriet