inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1868 - 1922

poëzie (nr. 725):

Nocturne*

Diepe nacht en duisternis
En een lichtende glans op de zee,
En diep in mijn ziel, die onrustig is,
Een groot verlangen naar vree.

Dan wordt mij de zwarte onpeilbaarheid
Der duistere diepten tot
Het beeld van Gods verborgenheid,
Het grote mysterie van God.

Mij worden die lichtende wateren thans
Het beeld van mijn eigen ziel,
Waarin als een wonder de zachte glans
Van 't godsverlangen viel...

De hemel heeft zijn licht gelaat
Gehuld in zwarte nacht,
Maar ruisend door het duister gaat
Een schijnsel, vreemd en zacht.

Mijn God verbergt mij Zijn aangezicht,
Maar de glans, die mijn ziel doorgloort,
Als de vreugde, die over de wateren licht
Hij ruist door het duister voort.

------------------------------------------------------

nocturne='s nachts gebeden: oorspronkelijk een van de drie hoofddelen van de metten in het breviergebed (katholiek)

Iris(1918)

Schrijver: Jacqueline van der Waals
Inzender: adm, 7 augustus 2005


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 2.911

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)