inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1896 - 1933

poëzie (nr. 733):

God moet mij geren zien

God zei dat ik een liedeke moest maken.
Ik zei dat ik niet kon.
Hij leê* mijn weifel-hand en wilde bij me blijven
zoals een moeder doet die kindeke leert schrijven
en 't lied begon.

En 't lied begon te groeien uit mijn handen
lijk uit de mei het gras;
nog voor ik aan die wasdom bloei en zaad kon wensen
stond heel mijn herte rijp van liekens voor de mensen
zodat ik dichter was.

Zodat ik dichter werd door Gods genade,
ik, die zo zerp van ziel,
geen wijze dingen wist, geen weeldewoord van boeken
Hoe heeft mijn Lieve Heer mij, arme, uit gaan zoeken
voor zijn muzieken stiel?

'k En weet*, maar tussen ieder melodieke
waarmee 'k de mensen dien
is 't woordeke "waarom" een stille, matte schakel;
één antwoord weet ik maar over dat zoet mirakel:
God moet mij geren zien.

----------------------------------------------

leê: van leiden
'k en weet: ik weet het niet

schaduw(1928)

Schrijver: Alice Nahon
Inzender: adm, 26 augustus 2005


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 3.245

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)