God moet mij geren zien
God zei dat ik een liedeke moest maken.
Ik zei dat ik niet kon.
Hij leê* mijn weifel-hand en wilde bij me blijven
zoals een moeder doet die kindeke leert schrijven
en 't lied begon.
En 't lied begon te groeien uit mijn handen
lijk uit de mei het gras;
nog voor ik aan die wasdom bloei en zaad kon wensen
stond heel mijn herte rijp van liekens voor de mensen
zodat ik dichter was.
Zodat ik dichter werd door Gods genade,
ik, die zo zerp van ziel,
geen wijze dingen wist, geen weeldewoord van boeken
Hoe heeft mijn Lieve Heer mij, arme, uit gaan zoeken
voor zijn muzieken stiel?
'k En weet*, maar tussen ieder melodieke
waarmee 'k de mensen dien
is 't woordeke "waarom" een stille, matte schakel;
één antwoord weet ik maar over dat zoet mirakel:
God moet mij geren zien.
----------------------------------------------
leê: van leiden
'k en weet: ik weet het niet
schaduw(1928)
Schrijver: Alice NahonInzender: adm, 26 augustus 2005
Geplaatst in de categorie: religie