Brief
Ik schrijf u met een treurend hart:
mijn maag, thans in een strik verward,
die al de slimmigheid der art-
senijkunst en aptekers tart,
is krank, en gans en al bezeerd.
Het stuiversbroodje, onverteerd,
roept luid: 't is alles hier verkeerd!
Terwijl 't kadet, het stuiverskind,
zich even onverteerbaar vindt.
De haas, de vlugge runderhaas,
zegt: deze krankte is mij de baas.
Citroenvla, taart en confituur!
Uw zoetheid walgt mij in dit uur.
Zelfs 't glinstrend klontje op 't theesalet
mij 't hart geheel aan 't draaien zet.
Weg lekkernij uit Oost en West! -
't Ontberend vasten voegt mij best.
O vee, in overvloed gemest!
Uw rundvlees is mij thans een pest,
uw kalfsschijf ben ik walgens moe.
Weg met het vleesprodukt der koe:
weg met de lamsbout en de nier,
de zweezrik, 't borstje, weg van hier!
'k Hou van uw lekkerheid geen zier
en haat thans ieder zoogbaar dier.
Brief (13 juni 1834)
Schrijver: Gerrit van de LindeInzender: Redactie, 6 november 2019
Geplaatst in de categorie: ziekte